Actueel

Downloads

U bent hier: omgang en communicatie

10 vuistregels in de omgang en communicatie met personen met dementie

  1. Maak oogcontact
    Zorg ervoor dat de persoon met dementie u ‘in het oog krijgt’. Als zijn/haar aandacht ergens anders op gericht is, zal hij/zij uw boodschap waarschijnlijk niet horen of begrijpen. De persoon in de ogen aankijken kan helpen in het contact.
  2. Zeg steeds wie je bent en wat je komt doen
    Het is mogelijk dat de persoon met dementie u niet meteen herkent of niet meer weet wat u komt doen. Om hem niet in verlegenheid te brengen (met een vraag zoals ‘Weet u nog wie ik ben?’) zegt u best onmiddellijk zelf wie u bent en wat u gaat doen.
  3. Spreek de persoon met dementie aan met zijn/haar naam
    Gebruik geen verkleinwoorden of betuttelende taal. Benader de persoon met dementie als een volwassene en doe dit respectvol.
  4. Spreek traag en duidelijk
    Probeer in uw contact zo traag en duidelijk mogelijk te spreken. Overdrijf daar echter niet in zodat het niet kleinerend overkomt. Soms moet u de boodschap een paar keer herhalen voordat de persoon met dementie u begrijpt. Doe dit altijd zo geduldig mogelijk.
  5. Gebruik in uw contact korte zinnen, concrete en eenvoudige woorden
    Iemand met dementie verwerkt een boodschap trager en moeilijker. Geef daarom eenvoudige informatie, zonder kinderlijke taal te gebruiken.
  6. Doe zo weinig mogelijk beroep op het recente geheugen
    Vermijd vragen waarbij de persoon met dementie moet putten uit zijn recente geheugen. Vragen als: ‘Wat hebt u net gegeten?’ of ‘Wie is er gisteren op bezoek geweest?’ laat u best achterwege. Vragen die verband houden met het verre verleden mogen zeker wel.
  7. Maak gebruik van gebaren of doe dingen voor als u iets wil uitleggen
    Ondersteun wat u zegt met gebaren of handelingen.
  8. Wees bemoedigend in uw contact
    Wijs mensen niet steeds op hun beperkingen maar benadruk integendeel wat wel nog goed gaat.
  9. Spreek niet over het hoofd van de persoon met dementie
    Ga er altijd van uit dat de persoon met dementie begrijpt wat u zegt en wat u over hem vertelt. Wees daar steeds aandachtig voor.
  10. Een schouderklopje, een aanraking zeggen soms meer dan woorden
    Door mensen een arm te geven, eens over hun hand te strelen, een schouderklopje te geven, voelen zij zich aanvaard. Let wel: niet iedereen vindt dit aangenaam. Dring dan ook niets op.